Voor organisaties

“Elke organisatie die de samenleving iets wezenlijks blijft bieden houdt bestaansrecht.”

Organisaties staan tegenwoordig onder steeds grotere druk van de omgeving bij hun pogingen om de eigen uniciteit te handhaven en op de markt te zijn wie ze kunnen zijn. Het spanningsveld tussen interne -en externe belangen activeert voortdurend ethische vraagstukken van diverse aard. Bij overheden, woningcorporaties, scholen, in de zorg maar ook bij financiële instellingen en particuliere bedrijven.

Wanneer

Een psychosyntheticus is opgeleid om methodisch om te gaan met dergelijke existentiële situaties. Begeleiding voor organisaties door een psychosyntheticus is vooral geschikt als:

• toenemende spanning wordt ervaren tussen verwachtingen uit de omgeving en wat voor de organisatie belangrijk is;
• een zinvolle omgang wordt gezocht met wezenlijke organisatievragen;
• de professionele effectiviteit van de organisatie bevorderd moet worden;
• het vermoeden bestaat, of opgemerkt wordt, dat de aanpak van persoonlijke of professionele vraagstukken niet bijdraagt aan het bereiken van de doelstellingen van de organisatie.

In de afgelopen jaren hebben organisaties om verschillende redenen contact gezocht met psychosynthetici voor ondersteuning of begeleiding in bepaalde fasen van hun ontwikkeling.

Voorbeelden

Voorbeelden van vragen waarvoor begeleiding door een psychosyntheticus is verzocht:

“In het licht van de ontwikkeling naar een participerende samenleving hebben we als gemeente meer verantwoordelijkheden en minder geld voor de zorg voor onze burgers gekregen. Tot nu toe zijn we vooral bezig geweest de bezuinigingen op te vangen door flink in de kosten te besparen. Dat is echt wel nodig, maar soms vraag ik me af wat dat nog te maken heeft met de ontwikkeling naar een zorgzame samenleving. Hoe moeten we daar als gemeente nu mee aan de slag?”

“Het Netherlands Water Partnership (NWP) zocht een trainer/coach voor groepen Nederlandse en buitenlandse jongeren met zeer diverse culturele achtergronden en opleidingen die op waterprojecten in ontwikkelingslanden zouden worden ingezet.”